8e jaars: 10 schoolkinderen (Noël, Nilab, Luka B, Thom, Dylan, Joey, Duco, Marius, Luka Br en Bram) gingen naar de film Candyhorror in 3d. Ze waren helaas de enige die de film bekeken en raakten voor de lol het beeldscherm aan. Toen ze het hadden aangeraakt werden ze in het beeldscherm gezogen en kwamen ze terecht in Candyland. Ze keken verbaasd om zich heen en vielen gelijk aan.
Jiske: Plotseling hoorden ze een geluid achter zich. Ze keken om, en zagen een mega jellybean! De kinderen trokken een zuurstok uit de grond, en begonnen met het monster te vechten. Uiteindelijk zakte de jellybean in elkaar, en de kinderen vierden een klein feestje.
Die middag vochten ze nog met een marshmallow, een lolly en een dropstengel. Moe van deze rare dag vielen ze in slaap.
Valentijn 7: De volgende morgen kwam de mega jellybean weer terug, maar dan met een heel leger dropjes. Ze pakten een pakje m&m’s en gooiden ermee. Toen ze het leger hadden verslagen gingen ze op zoek naar eten. Ze zagen een appelboom, en pakten een snoepappeltje. Marius pakte een groene appel in plaats van een rode. De appel riep: “Hé, laat mij eens los!” Het bleek dat de appel kon praten! Ze spraken met de appel en besloten om hem mee te nemen. Ze zochten een slaapplaats en vielen in slaap…
In de nacht, om 3 uur werden Noël en Luka Br wakker. Het was gewoon nog licht. Ze maakten de anderen wakker en gingen op stap.
Isa: Maar toen ze wegliepen ontdekten ze dat Marius weg was. “Waar is Marius?” riep Duco bang, “Voor het slapen was hij er nog!”
Toen kwam er een oud zuurtje naar ze toe lopen. Hij zei met een oude stem “Marius is ontvoerd door de slechte dropstengel van Candyhorror. Als jullie naar het Chocoladekasteel toegaan kunnen jullie hem bevrijden. Maar pas op voor zijn leger dropveters.” De schoolkinderen gingen in overleg over wat ze moesten doen, en toen zei Bram: “Kom op, we gaan er naartoe.”
Guus: Ze liepen een heel eind naar het noorden, maar zagen helemaal niks. Ze kwamen een agressief ijsje tegen. Ze vroegen waar het chocolade kasteel was. Hij zei dat als je een likje nam dat je dan naar het Chocoladekasteel kon gaan. Ze besloten het te doen. Toen ze een likje hadden genomen waren ze ineens bij het Kasteel, en oh help! Er kwam een immens dropleger op hen af, en voor ze het wisten zaten ze helemaal klem. Ze werden bij Marius gezet. Ze moesten hier weg, naar huis. Maar hoe?
Juultje: Ze zaten allemaal na te denken. Ineens zei Joey: “Ik heb honger.” “Ja,” zei Nilab, “ik heb ook trek.” “Het is toch een chocoladekasteel? Dan kunnen we het toch eten, of niet soms!” riep Joey. “Jaaa,” riepen ze allemaal, “kom we doen het!” “Hé, waar is Noël?” vroeg Bram ineens. “Net kwam er een marsepeintje en die trok Noël mee naar beneden. Jullie waren nog aan het slapen toen het gebeurde.” vertelde Dylan. “Waarom was jij dan wel wakker?” vroeg Marius. “Niet belangrijk.” antwoordde Dylan. “Dan moeten we dus naar beneden gaan en Noël vinden. Dat wordt een hele klus met al die bewaking.” riep Luka Bu uit. “Dat lukt nooit, en toch moet er een manier om hier uit te komen.” riep Luka Br. “Ja, maar welke manier?” vroeg Marius. Omdat ze dat niet wisten, gingen ze toch maar weer nadenken.
Joosje: Opeens zei Duco: “Als één iemand nou de bewakers af leid, dan kunnen wij toch weg?” “Maar Noël dan?” vroeg Nilab zorgelijk. “Die vinden we daarna wel.” zei Joey. Opeens kwamen er 10 snoepautootjes op ze af. Ze renden keihard weg. Plotseling zagen ze Noël. Ze werd achtervolgd door een leger spekjes. Toen kwam er een berg dropmuntjes op Noël af, de spekjes erachteraan! Maar de spekjes struikelden per ongeluk over de dropmuntjes. Het was een complete CHAOS! Als klap op de vuurpijl kwam er nog een snoepautootje aan. Hij reed over de dropjes en de spekjes heen. Toen kwamen de andere 9 kinderen naar Noël toe. De tien autootjes waren de kinderen kwijt. Die waren namelijk in de suikerspinstruiken gesprongen. Opeens kwam er een gummybeertje aan, en die nam hun mee naar zijn kasteel…
Valentijn 6: Het was een eind lopen naar het kasteel van het gummybeertje. Toen ze aankwamen stond er een heel leger zure matten hen op te wachten. “Je gaat ons toch niet in de gevangenis doen?” vroeg Duco angstig. “Welnee, wij zijn een vredelievend volk, en jullie zijn niet van hier.” zei het gummybeertje. “Maar daar komen we later wel op. Willen jullie hier slapen of wonen? Je bent bij die griezels toch niet veilig en waar zou je anders moeten slapen en eten. Wij hebben ook menseneten hoor!” Opeens zei een zure mat: “Daar komen dropstengels aan. Pak jullie wapens, zure matten, we gaan een potje knokken! Snel naar binnen, hare majesteit en uw vrienden!” riep hij. Snel liep het groepje naar binnen.
Ella: Ze keken om zich heen en zagen een heleboel verschuivende trappen gemaakt van zure matten. Ze liepen er naartoe en er kwam een plakkerig kauwgompje op en hen afrennen. Het zei: “Jullie moeten allemaal tegelijk roepen waar jullie naartoe willen, zonder te overleggen. Als het lukt kunnen jullie daar naartoe gaan.” Zonder een teken te geven riep hij “1, 2, 3, NU!” Allemaal tegelijk riepen ze: “De uitgang!” De trappen begonnen te schuiven, en brachten ze naar de schuimpjesschuur. Niet de uitgang dus. Tot hun verbazing was Bram er niet. Ze zagen een bordje met “Caramelkamer” erop staan. Ze liepen er naartoe en gingen naar binnen. Ze zagen een bank van caramel. Net toen Duco erop neer wou ploffen zei Nilab: “Eerst moeten we kijken of het veilig is. Het lijkt veilig maar misschien zit er een vuurtje onder de bank verstopt.” Ze probeerden de bank open te maken en dat lukte. Ze zagen een opening en een trap, en ze besloten om er naartoe te gaan. Ze zagen Bram met een boze jellybean. Er lag een geheimzinnige doos in de hoek van de Caramelkamer, en wat het was, wist niemand…
Mae: Ze besloten om eerst Bram te redden. Maar toen ze in de bankwouden springen zat er een ijsplaat. “Ik red me wel!” riep Bram.
Dus de 10 kinderen besloten om naar de doos te gaan. Ze zagen allemaal kleine dropvetertjes in 6 verschillende kleuren. De doos zei: “Verbind de kleurtjes en dan kan je erdoor. Maar toen zei Nilab: “Wacht, wie is er nog meer door de bank gegaan behalve Bram?” Ze gingen naar Bram toe en vroegen hoe hij daar was gekomen. Hij zei dat hij gewoon op de bank was gaan zitten. De kinderen probeerden het. Er gebeurde niks, dus gingen ze weer terug naar de doos. De doos zei: “Als je ook maar één draadje verkeerd doet gaat Bram eraan…
Jiske: “Dat lukt nooit! Hoe kunnen we nou weten wat de goede volgorde is?!” riep Luka Br hopeloos. “Wacht eens. Welke kleuren dropveters zijn er allemaal?” vroeg Noël opeens. “Rood, oranje, geel, groen, blauw en paars. Hoezo?” vroeg Thom. “Dat zijn de kleuren van de regenboog! Ik denk dat we ze in de kleuren van de regenboog aan elkaar moeten knopen!” “Ik denk dat ze gelijk heeft.” zei Joey. Ook de anderen stemden in. “Als jullie de goede volgorde doen komen jullie bij Bram, die is in het huis van de pepermuntjes.” zei de doos opeens. De kinderen knoopten de dropveters in de kleuren van de regenboog aan elkaar. De doos ging open, en daar zagen ze Bram. Een voor een sprongen ze in het gat.
Zoë: Het was een heel groot huis. Er was zelfs een bad gevuld met gesmolten chocolade. Ze liepen even rond. Helemaal aan het einde van een lange gang stond een bordje. “Kijk uit, loop niet door.” stond erop. Noël zei: “Ik ben zo nieuwsgierig, zullen we er naartoe gaan?” De anderen wouden ook wel. “Kijk wel uit hé?” zei Marius. Ze liepen door. Toen ze er waren zagen ze een kokendheet Cola bad. Joey wilde even gaan kijken, maar Thom zei: “Nee, niet doen! Daarboven hangen pepermuntjes. Als die er in vallen spuit de Cola omhoog.” Ze gingen maar weer terug. Maar oh nee, de deur zat op slot. “Wat moeten we doen?” zei Dylan. “Als we hier gewoon een nachtje slapen komen morgen de gummybeertjes ons redden.” zei Noël. “Ik ga echt niet bij die Cola slapen hoor!” riep Duco. Toen gingen ze toch maar slapen want ze waren allemaal erg moe.
In de nacht hoorde Marius gestommel. Hij maakte de anderen wakker. Luka Br scheen met haar zaklantaarn. Ze zagen een van de dropstengels. “Wat moeten we nu doen?” riep Thom. Bram zei: “Ik heb het. We lokken hem gewoon naar het Cola bad en daar verbrand hij.” Bram pakte een pepermuntje dat op de grond was gevallen en lokte de dropstengel naar de Cola. Gillend stortte het de zwarte stengel in de bruine massa. Ze moesten hier nog steeds uitkomen. Maar hoe?
Bedankt, ik zal zeker terugkeren. Mans B.